Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De waarde van een woning is per waardepeildatum 1 januari 2021 vastgesteld op € 209.000. Op de waardepeildatum was voor de woning een bouwvergunning van kracht. Daarnaast was er een huisnummerbesluit van kracht op basis waarvan de woning was opgesplitst in adres 1 en adres 2.

Eigenaar X (belanghebbende) stelt dat aan het object in het geheel geen waarde toekomt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant gaat ambtshalve in op de objectafbakening. In beginsel is sprake van twee zelfstandige gedeelten die zijn bestemd om afzonderlijk te worden gebruikt als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, Wet WOZ. X was echter zowel eigenaar als gebruiker van beide afzonderlijke gedeelten. Hierdoor is in het onderhavige jaar sprake van een samenstel als bedoeld in artikel 16, onderdeel d, Wet WOZ. De door de Heffingsambtenaar gehanteerde objectafbakening is juist.

De stukken rondom het huisnummerbesluit en de bouwvergunning zijn volgens de Rechtbank zaakstukken die de Heffingsambtenaar had moeten overleggen. Daarom is het vergoeden van het griffierecht op zijn plaats.

De Heffingsambtenaar maakt de vastgestelde WOZ-waarde voor het jaar 2022 aannemelijk zodat het beroep ongegrond wordt verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
2 augustus 2024
Rolnummer
23/1229
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:5370
NLF-nummer
NLF 2024/1962
Aflevering
27 augustus 2024
bwbr0007119&artikel=16,bwbr0007119&artikel=16,bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina