Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft pensioen in eigen beheer opgebouwd. Hij heeft in de periode van 1 november 2016 tot medio 2018 in Spanje gewoond.

De Inspecteur heeft een formulier van X ontvangen waarin hij aangeeft dat hij de pensioenaanspraken in eigen beheer op [datum] 2018 heeft afgekocht. De fiscale waarde van de pensioenaanspraken bedraagt € 2.841.787.

X heeft op 29 april 2019 een aangifte IB/PVV 2018 (aangifte buitenland) ingediend. X heeft de afkoop van de pensioenaanspraken niet in de aangifte vermeld. De aanslag is met dagtekening 4 februari 2021 conform de aangifte opgelegd.

Met dagtekening 11 december 2021 is de afkoop van het pensioen met een navorderingsaanslag bij X belast (verhoging belastbaar inkomen uit werk en woning met 75% x € 2.841.787).

X heeft beroep ingesteld en Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart dat gegrond.

Omdat de Inspecteur ten tijde van het opleggen van de aanslag IB/PVV 2018 reeds bekend was met het feit dat in Spanje geen aanslag inkomstenbelasting was opgelegd, en hij heeft nagelaten de onderworpenheid van X aan de Spaanse wetgeving vóór het opleggen van die aanslag nader te onderzoeken, beschikte hij niet over een nieuw feit om na te vorderen.

Kwade trouw kan in dit geval alleen betrekking hebben op de gedragingen van X die hebben plaatsgevonden vóór het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2018. Daarvan acht de Rechtbank geen sprake. De Rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag. Aan de vraag of Nederland het heffingsrecht heeft over de afkoopsom in verband met de pensioenuitkeringen, wordt niet toegekomen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
12 juni 2024
Rolnummer
22/5718
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:3945
NLF-nummer
NLF 2024/1524
Aflevering
25 juni 2024
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina