Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze parkeerbelastingzaak verwerpt Hof Amsterdam in hoger beroep het standpunt van X (belanghebbende) dat de Heffingsambtenaar het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel heeft geschonden.

Het Hof oordeelt verder dat Rechtbank Amsterdam ten onrechte niet heeft beslist op het verzoek van X om vast te stellen dat de Heffingsambtenaar een dwangsom wegens het niet tijdig doen van de uitspraak op bezwaar heeft verbeurd. Dat doet het Hof alsnog.

De Heffingsambtenaar heeft niet tijdig uitspraak op bezwaar gedaan, ook niet binnen twee weken na de ontvangst van de ingebrekestelling, terwijl geen geval als bedoeld in artikel 4:17, lid 6, Awb aan de orde is. De Heffingsambtenaar heeft een dwangsom aan X verbeurd voor het wettelijk maximum van 42 dagen, oftewel voor een bedrag van € 1.442.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
30 april 2024
Rolnummer
23/753
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:1322
NLF-nummer
NLF 2024/1218
Aflevering
21 mei 2024

Naar de bovenkant van de pagina