Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) is eigenares van drie recreatiewoningen die zijn gelegen aan het water in een zogenoemd ‘recreatiepark met watervilla’s’. De WOZ-waarden van de onroerende zaken zijn per waardepeildatum 1 januari 2021 voor het belastingjaar 2022 vastgesteld op resp. € 330.000, € 231.000 en € 234.000.

X stelt onder meer dat de uitzondering van artikel 2, lid 1, onderdeel d, Uitv.reg. uitg. obj. Wet WOZ van toepassing is op het watergedeelte van de kavels.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat van de gedeelten van de percelen bij de onderhavige objecten die uit water bestaan, niet kan worden gezegd dat deze een ‘openbare waterweg’ vormen als bedoeld in voornoemd artikel. Niet alleen zijn die watergedeelten door de afgesloten brug niet voor eenieder vrij toegankelijk en kan eenieder dus niet vrij daarvan gebruikmaken, ook maken zij geen deel uit van een vaarweg zoals gedefinieerd door de Hoge Raad, die aan het begrip ‘openbaar vaarwater’ een engere betekenis toekent dan aan het begrip ‘openbaar water’. Ook de overige beroepsgronden slagen niet. De Heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van de onroerende zaken niet hoger vastgesteld dan de waarde in het economische verkeer.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
25 april 2024
Rolnummer
22/1434; 22/1435; 22/1436
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2024:1479
NLF-nummer
NLF 2024/1157
Aflevering
14 mei 2024
bwbr0007142&artikel=2&lid=1,bwbr0007142&artikel=2&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina