Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(10)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent(1)

Samenvatting

Een NV koopt in 2004 25% van de aandelen in een BV met een compensabel verlies.
In een aanvullende overeenkomst is opgenomen dat de overige 75% van de aandelen zullen worden gekocht als het aanwezige compensabele verlies is verdwenen.
Voorts is in deze overeenkomst opgenomen dat na de overdracht van de 25% van de aandelen aan de koper onherroepelijk volmacht wordt verleend om de verkoper te vertegenwoordigen en het stemrecht uit te oefenen in de algemene vergadering van aandeelhouders.
De BV wenst vervolgens het verlies te verrekenen, maar de inspecteur staat dat niet toe.
Het Hof heeft in navolging van de Rechtbank geoordeeld dat is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 20a Wet Vpb en daaraan de gevolgtrekking verbonden dat de verliezen vanwege de wijziging van het belang in de BV, niet langer verrekenbaar zijn.
Dit oordeel wordt in cassatie door de Hoge Raad bevestigd.
Ook oordeelt de Hoge Raad dat er geen sprake is geweest van een schending van de hoorplicht.
Het cassatieberoep wordt ongegrond verklaard.
Enigszins anders A-G Wattel die verwijzing had voorgesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
HR
Datum instantie
16 januari 2015
Rolnummer
13/05776
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:81
entry not found in index

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid