Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak en heeft, samen met een aantal werknemers, werkzaamheden verricht voor een derde. Naar aanleiding van een boekenonderzoek is aan hem een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd, alsmede een vergrijpboete.

Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant is van oordeel dat gelet op de feiten en omstandigheden het uitgangspunt van de Inspecteur dat sprake is van zwart loon niet onredelijk is. Verder is de Rechtbank van oordeel dat ook de geschatte hoogte van het nettoloon niet onredelijk is. De correctie heeft derhalve niet naar willekeur plaatsgevonden. X is er vervolgens niet in geslaagd om te doen blijken dat de correctie te hoog is. Met betrekking tot de boete oordeelt de Rechtbank dat het aan opzet van X is te wijten dat te weinig belasting is geheven. De boete voor zover deze ziet op de correctie wordt wel verminderd met 20% omdat de verschuldigde belasting is vastgesteld met omkering van de bewijslast. Voorts wordt de hele boete gematigd met 5% omdat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
19 maart 2019
Rolnummer
17/3774
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2019:1140
NLF-nummer
NLF 2019/1084
Aflevering
9 mei 2019
bwbr0002320&artikel=16&lid=1,bwbr0002320&artikel=16&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid