Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Kort gezegd komt deze uitspraak er op neer dat indien de in de komende vijf jaar te betalen kosten voor vastgoed, in 1999 bij overeenkomst worden overgenomen door een eigen BV, die daarvoor een fikse vergoeding krijgt (fl. 250.000), die vergoeding niet als aftrekbare kosten kan worden afgetrokken. De betaling aan de BV heeft in feite geen definitief karakter omdat de overeenkomst naar believen kan worden ontbonden met (gedeeltelijke) terugbetaling van de vergoeding en het onderhoud van het vastgoed feitelijk in handen blijft van de enig aandeelhouder.

De Hoge Raad heeft op 25-01-2008 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar art 81 Wet RO (rolnummer 43.283)

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1999
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
24 november 2006
Rolnummer
05/00650
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2006:AZ3302

Naar de bovenkant van de pagina