Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft aan A (bv), waarvoor X (belanghebbende) werkzaam is, vergrijpboetes opgelegd op grond van artikel 67f AWR. Daarnaast heeft de Inspecteur een vergrijpboete aan X opgelegd op grond van artikel 5:1, lid 3, Awb in samenhang gelezen met artikel 67f AWR. Volgens de Inspecteur heeft X feitelijk leidinggegeven aan de verboden gedraging (het opzettelijk niet betalen van omzetbelasting door A). Wegens samenloop met de vergrijpboetes die zijn opgelegd aan A en persoonlijke financiële omstandigheden van X, heeft de Inspecteur de vergrijpboete gematigd tot € 15.000.

X heeft de aandelen in A (uiteindelijk) overgenomen voor één euro en zich verplicht een lening aan A te verstrekken om een deel van de verschuldigde omzetbelasting, rente en boetes te betalen. X voert in deze procedure onder meer aan dat hij tweemaal wordt geraakt in zijn vermogen doordat ook aan hem een vergrijpboete is opgelegd.

X was weliswaar in de jaren 2016 en 2017 geen aandeelhouder van A maar vanaf 31 augustus 2005 had hij al wel het voornemen om via zijn persoonlijke holding alle aandelen in A te kopen. In dit kader acht Rechtbank Gelderland het mogelijk dat de aan A opgelegde vergrijpboetes X in zijn vermogen kunnen raken (HR 15 maart 2022, 19/02761, ECLI:NL:HR:2022:364, NLF 2022/0836, met noot van De Roos). Voor zover X door de onderhavige vergrijpboete tweemaal wordt geraakt in zijn vermogen, heeft de Inspecteur echter al rekening gehouden met deze mogelijke dubbele raking. De Rechtbank acht de opgelegde vergrijpboete van € 15.000 passend en geboden. Vanwege undue delay wordt de boete gematigd tot € 14.250.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016-2017
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
22 maart 2023
Rolnummer
22/86
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2023:1526
NLF-nummer
NLF 2023/0835
Aflevering
13 april 2023
bwbr0002320&artikel=67f,bwbr0002320&artikel=67f,bwbr0005537&artikel=5:1&lid=3,bwbr0005537&artikel=5:1&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina