Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Ingevolge artikel 3.20, lid 5, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001, tekst 2002) is een bijtelling privé-gebruik auto niet van toepassing op een bestelauto die naar aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor het vervoer van goederen. Het Hof oordeelt in hoger beroep dat de bestelauto's van een bloemenhandelaar, gelet op de inrichting en de omvang, uitsluitend geschikt zijn voor het vervoer van goederen. Het feit dat er een tweede stoel in de bestuurderscabine aanwezig is, bestemd voor de bijrijder of hulp bij het laden en lossen van bloemen en planten, maakt dit niet anders. De inspecteur heeft ter zake van de bestelauto's dan ook ten onrechte een bijtelling wegens privé-gebruik auto in aanmerking genomen. Het Hof bevestigt voorts de uitspraak van de Rechtbank dat de inspecteur artikel 3.17, eerste lid, onderdeel c Wet IB 2001, onjuist heeft geïnterpreteerd door deze aftrekbeperking ook toe te passen op de in de jaarrekening opgenomen huisvestingskosten (energiekosten, heffingen, verzekeringen en onderhoud).

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2002
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
25 augustus 2006
Rolnummer
05/00487
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ8214

Naar de bovenkant van de pagina