Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Op 10 mei 2022 heeft X (belanghebbende) een volmacht ondertekend waarin zij een gemachtigde toestemming geeft om namens haar bezwaar en beroep in te stellen. De uitspraak op bezwaar werd op 30 november 2022 verzonden en X overleed op 15 december 2022. De gemachtigde diende op 30 december 2022 een beroepschrift in bij Rechtbank Oost-Brabant.

Volgens artikel 3:73 BW eindigt een volmacht bij overlijden van de volmachtgever, maar de gevolmachtigde blijft bevoegd rechtshandelingen te verrichten die niet zonder nadeel kunnen worden uitgesteld, tot een jaar na overlijden. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 februari 2024 bleek de gemachtigde niet over een verklaring van erfrecht of een nieuwe volmacht namens de erven te beschikken.

De Rechtbank gaf de gemachtigde de kans een volmacht over te leggen, waarin de aangewezen executeur-afwikkelingsbewindvoerder hem toestemming geeft om de procedure voort te zetten. Met deze volmacht werd het gebrek hersteld, en de Rechtbank acht het beroep daarom ontvankelijk gezien het belang van de erfgenamen. De hoogte van de WOZ-waarden is immers relevant voor de erfbelasting. De Rechtbank gaat vervolgens over tot de inhoudelijke behandeling van het beroep en oordeelt dat de vastgestelde WOZ-waarden voor de onroerende zaken van erflater niet te hoog zijn vastgesteld. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum instantie
10 mei 2024
Rolnummer
22/3287; 23/2174
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2024:2030
NLF-nummer
NLF 2024/1925
Aflevering
20 augustus 2024
bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina