Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft beroep (Rechtbank Zeeland-West-Brabant), hoger beroep (Hof Den Bosch) en cassatieberoep ingesteld tegen aan hem voor de jaren 2012 en 2013 gegeven informatiebeschikkingen. Volgens de Hoge Raad kunnen de klachten over de uitspraak van het Hof niet leiden tot vernietiging van die uitspraak.

Ambtshalve heeft de Hoge Raad de volgende grond voor cassatie aanwezig bevonden.

Het Hof heeft geoordeeld dat de informatiebeschikkingen niet kunnen worden gebaseerd op een vermogensvergelijking (onderdeel 10 van de informatiebeschikkingen), aangezien die vergelijkingen door de Inspecteur niet zijn overgelegd. Het Hof heeft daarom de informatiebeschikkingen vernietigd voor zover het onderdeel 10 daarvan betreft. Op grond van andere feiten en omstandigheden die zijn vermeld in de informatiebeschikkingen, heeft het Hof niettemin geoordeeld dat niet is voldaan aan de administratieplicht van artikel 52 AWR.

De uitspraak van het Hof is op dit punt onjuist. Indien de Inspecteur een informatiebeschikking geeft waarin op grond van daarin vermelde feiten en omstandigheden wordt vastgesteld dat niet is voldaan aan de administratieplicht van artikel 52 AWR, kan de rechter tot het oordeel komen dat in deze beschikking (mede) feiten en omstandigheden zijn vermeld die niet kunnen bijdragen tot die vaststelling. Een dergelijke informatiebeschikking kan dan toch in stand blijven indien de overige vaststaande, eventueel in het geding voor de rechter nader aangevoerde feiten en omstandigheden naar het oordeel van de rechter voldoende grondslag bieden voor de vaststelling dat niet is voldaan aan de administratieplicht. Die vaststelling is immers het voorwerp van die informatiebeschikking. Voor een gedeeltelijke vernietiging van een informatiebeschikking ter zake van de administratieplicht van artikel 52 AWR is geen plaats. Het Hof had de informatiebeschikkingen in stand moeten laten, in overeenstemming met de uitspraak van de Rechtbank.

De Hoge Raad doet de zaak zelf af en verklaart het cassatieberoep van X gegrond.

Zie ook de idem-zaak (NLF 2021/1222).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2012-2013
Instantie
HR
Datum instantie
4 juni 2021
Rolnummer
19/02701
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:820
Auteur(s)
E.P. Hageman LLM
Deloitte / Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2021/1197
Aflevering
17 juni 2021
Judoregnummer
JCDI:NFB4389
bwbr0002320&artikel=52,bwbr0002320&artikel=52,bwbr0002320&artikel=52a,bwbr0002320&artikel=52a

Naar de bovenkant van de pagina