Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is eigenaar van de panden a-straat 40 en 41 (hierna: pand 40 en pand 41). Hij woont in pand 40. De grond onder deze panden is vervuild geraakt door lekkage van een ondergrondse tank in het naastgelegen garagebedrijf.
In geschil is de hoogte van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (2014, 2015 en 2016).
Hof Arnhem-Leeuwarden verwerpt het standpunt van X dat ook pand 41 tot zijn eigen woning behoort. Het verwijst hierbij naar de procedure over de jaren 2012 en 2013.
Voor wat betreft de waarde van pand 41 staan de WOZ-waarden voor alle jaren onherroepelijk vast. De door X aangevoerde omstandigheden die naar zijn mening een lagere, zelfs negatieve, in aanmerking te nemen waarde rechtvaardigen, zijn reeds door het Hof beoordeeld in de door X gevoerde WOZ-procedures voor de jaren 2014, 2015 en 2016. Het Hof heeft (ook) toen ten nadele van X beslist.
Het Hof oordeelt verder onder meer dat de box 3-heffing voor de onderhavige jaren voor X geen individuele en buitensporige last vormt. Het verwerpt alle stellingen en verklaart het hoger beroep ongegrond.
Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad verklaart dit zonder verdere motivering niet-ontvankelijk (zie artikel 80a Wet RO).

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014 - 2016
Instantie
Hoge Raad
Datum instantie
22 december 2023
Rolnummer
23/01191
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1776
bwbr0011353&artikel=5.1,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.3

Naar de bovenkant van de pagina