Direct naar content gaan

Samenvatting

In 1996 is stichting X opgericht door twee particulieren met als doel gelden uit de nalatenschap van hun overleden broer te doneren aan liefdadigheidsprojecten in Brazilië. X is hierbij opgetreden als financier en heeft zich niet beziggehouden met de concrete uitvoering van de projecten aldaar.

De Inspecteur heeft de anbi-status van X met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 ingetrokken. Volgens de Inspecteur voldoet de stichting niet aan de vereisten zoals neergelegd in (het destijds geldende) artikel 41a, lid 1, onderdeel i, Uitv.reg. Wet IB 2001 (thans artikel 1a, lid 1, onderdeel i, Uitv.reg. AWR) (administratievereisten).

Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat X niet heeft voldaan aan de eis dat haar administratie een zodanig duidelijk inzicht geeft in de aard en omvang van haar uitgaven dat de Inspecteur kan controleren of de middelen van X in de vereiste mate het algemeen belang hebben gediend. De administratie voldoet ook niet aan de uit de Uitv.reg. IB 2001 en Uitv.reg. AWR voortvloeiende eis dat zij duidelijk inzicht geeft in (het verloop van) het vermogen van X. Het Hof heeft geconcludeerd dat de anbi-status terecht met terugwerkende kracht aan X is ontnomen.

X heeft met vier middelen cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad verklaart dit ongegrond.

Het oordeel van het Hof dat een gebrek in een administratie, daarin bestaande dat daarmee geen inzicht is gegeven in de gegevens die met deze administratie aangetoond zouden moeten worden, niet kan worden geheeld door een (getuigen)verklaring, is juist. Voorts is het oordeel van het Hof feitelijk van aard en is het voldoende gemotiveerd.

Conform Conclusie A-G IJzerman.

Een anbi moet op grond van artikel 1a, lid 1, onderdeel i, Uitv.reg. AWR (in de zaak nog artikel 41a, lid 1, onderdeel i, Uitv.reg. Wet IB 2001) een duidelijke administratie hebben waaruit o.a. de aard en de omvang van de uitgaven van de instelling moeten blijken. Aan de hand van de administratie moet gecontroleerd kunnen worden of een instelling aan de anbi-vereisten voldoet.

Hoewel Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat uit de – weliswaar gebrekkige – administratie in combinatie met de verstrekte overzichten en verklaringen blijkt dat de gedoneerde bedragen ten goede zijn gekomen aan het algemeen nuttige doel, vindt Hof Amsterdam dat de instelling niet aan het administratievereiste voldoet. De Inspecteur kan namelijk volgens het Hof aan de hand van de administratie niet controleren of de stichting met haar middelen in de vereiste mate het algemeen belang heeft gediend. Het Hof gaat voorbij aan het aanbod van de stichting om twee personen te laten getuigen over de besteding van de gelden.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1 januari 2008 t/m 4 juli 2012
Instantie
HR
Datum instantie
7 juli 2017
Rolnummer
16/04238
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:1237
Auteur(s)
mr. S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst
EY/Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2017/1677
Aflevering
20 juli 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB586
bwbr0002320&artikel=5b&lid=1,bwbr0002320&artikel=5b,bwbr0012031&artikel=1a,bwbr0012031&artikel=1a

Naar de bovenkant van de pagina