Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft aan schoonmaakbedrijf X (belanghebbende) over de tijdvakken 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 en 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd. Daarbij is belastingrente in rekening gebracht. Tevens zijn vergrijpboetes opgelegd.

De naheffingsaanslagen zijn opgelegd vanwege een aanzienlijke discrepantie tussen de gefactureerde uren en de beschikbare arbeidscapaciteit van het bedrijf, wat volgens de Inspecteur en Rechtbank Den Haag wijst op het gebruik van anonieme arbeidskrachten zonder afdracht van loonheffingen.

X stelt dat de schoonmaakwerkzaamheden in 2018 en 2019 grotendeels zijn uitbesteed aan een Belgische vennootschap, maar deze vennootschap blijkt al in 2017 failliet te zijn gegaan, waardoor deze stelling geen bewijskracht heeft.

De Rechtbank vermindert de vergrijpboetes licht (5%) vanwege een overschrijding van de redelijke termijn, maar handhaaft de naheffingsaanslagen volledig.

De beroepen worden ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2018 - 2019
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
8 augustus 2024
Rolnummer
23/5972; 23/5973
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2024:13052
NLF-nummer
NLF 2024/1946
Aflevering
27 augustus 2024
bwbr0002320&artikel=20,bwbr0002320&artikel=20,bwbv0001000&artikel=6,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina