Direct naar content gaan

Samenvatting

X (verzoeker) heeft cassatieberoep ingesteld in de zaak die bij de belastingkamer van de Hoge Raad is ingeschreven onder nummer 22/01582. X heeft in zijn beroepschrift verzocht om de zaak op grond van artikel 29c AWR te mogen toelichten.

Bij bericht van 6 april 2023 is aan X meegedeeld dat op 14 april 2023 in de zaak uitspraak zal worden gedaan. Tevens is in dat bericht meegedeeld dat de beslissing zal worden genomen door de leden van de Hoge Raad R.J. Koopman, J. Wortel en M.T. Boerlage.

X heeft daarop de wraking verzocht van de hiervoor vermelde leden van de Hoge Raad.

Hij legt aan zijn verzoek om wraking in de kern genomen ten grondslag dat hij in zijn beroepschrift schriftelijk heeft verzocht om de zaak op grond van artikel 29c AWR mondeling te mogen toelichten, en dat uit het bericht van 6 april 2013 volgt dat dit verzoek door de gewraakte leden is gepasseerd. X stelt dat hij hierdoor niet in staat wordt gesteld om zijn aanspraak op een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak te verwezenlijken.

De omstandigheid dat aan X is meegedeeld dat uitspraak zal worden gedaan, rechtvaardigt evenwel niet de daaruit door X getrokken conclusie dat de betrokken raadsheren (ten aanzien van hem) vooringenomen zijn en evenmin dat daarvoor een objectief gerechtvaardigde vrees bestaat. Gelet hierop wijst de Hoge Raad het verzoek tot wraking af.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
niet bekend
Instantie
HR
Datum instantie
7 juli 2023
Rolnummer
23/01563
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1029
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2023/1600
Aflevering
20 juli 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5888
bwbr0002320&artikel=29c,bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0002320&artikel=29c

Naar de bovenkant van de pagina