Direct naar content gaan

Samenvatting

De Canterbury Hockey Club en de Canterbury Ladies Hockey Club zijn sportclubs die alleen toegankelijk zijn voor hun leden en die meerdere hockeyteams in het veld brengen. Hun leden betalen voor hun lidmaatschapsrechten een jaarlijkse contributie. Zij zijn niet-ingeschreven verenigingen, zonder rechtspersoonlijkheid.
De Hockey Clubs zijn op hun beurt lid van England Hockey, een instelling zonder winstoogmerk die tot doel heeft de hockeysport in Engeland te stimuleren en te ontwikkelen. Zij betalen aan England Hockey een contributie, waarover deze btw in rekening brengt.
Als tegenprestatie voor deze contributie verleent England Hockey aan haar leden bepaalde diensten, te weten een erkenningssysteem voor clubs, cursussen voor trainers, scheidsrechters, leraren en jongeren, een netwerk van bureaus voor de ontwikkeling van hockey, faciliteiten om toegang te verkrijgen tot overheids‑ en loterijgelden, advies over marketing en sponsorwerving, managementdiensten en verzekeringen voor clubs, alsmede de organisatie van teamcompetities.
De Commissioners hebben aan England Hockey meegedeeld dat de contributies die zij ontvangt, als tegenprestatie waarvoor zij diensten verleent aan de bij haar aangesloten hockeyclubs, aan het normale btw-tarief moesten worden onderworpen. Aangezien deze clubs geen personen zijn die aan sport doen, vielen deze diensten niet binnen de werkingssfeer van de vrijstelling.
De Hockey Clubs zijn echter van mening dat de door England Hockey verleende diensten op grond van artikel 13, A, lid 1, sub m, Zesde Richtlijn waren vrijgesteld van btw.
De High Court of Justice (England and Wales) heeft hierover aan het HvJ prejudiciële vragen gesteld, die als volgt worden beantwoord:

1) Artikel 13, A, lid 1, sub m, Zesde Richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat daaronder, in de context van personen die aan sport doen, ook diensten vallen die worden verleend aan rechtspersonen en aan verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, voor zover – hetgeen door de verwijzende rechter moet worden nagegaan – deze diensten nauw samenhangen met de beoefening van sport en onontbeerlijk zijn voor het verrichten ervan, zij worden verleend door instellingen zonder winstoogmerk en de daadwerkelijke ontvangers van deze diensten personen zijn die aan sport doen.

2) De in artikel 13, A, lid 1, sub m, Zesde Richtlijn gebruikte uitdrukking ‘sommige diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport’ staat de lidstaten niet toe om de in die bepaling voorziene vrijstelling te beperken naargelang van de ontvangers van de betrokken diensten.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
niet bekend
Instantie
HvJ
Datum instantie
16 oktober 2008
Rolnummer
C-253/07
ECLI
ECLI:EU:C:2008:571
bwbr0002629&artikel=11&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina