Direct naar content gaan

Samenvatting

Een belastingplichtige (een belichter) was in het jaar 2000 deels in loondienst en deels als eenmansbedrijf werkzaam. In dat jaar heeft hij 706 uren besteed aan het bouwen van een website, waarop onder andere gegevens van uitgevoerde werken op verschillende locaties staan. Voor het Hof was in geschil of de belastingplichtige recht heeft op zelfstandigenaftrek als bedoeld in artikel 44m van de Wet op de inkomstenbelasting (Wet IB). Het geschil spitste zich toe op de vaag of de uren die zijn besteed aan het bouwen van de website meetellen voor het urencriterium (1225 uur). Het Hof oordeelde dat slechts een fractie van het aantal uren aan werkzaamheden voor de onderneming kunnen worden toegerekend. Daardoor voldeed de belastingplichtige niet aan het urencriterium en had hij geen recht op zelfstandigenaftrek. Tegen dit oordeel stelde de belastingplichtige cassatieberoep in. Volgens de Hoge Raad geldt als tijd die in beslag wordt genomen door het drijven van een onderneming alle tijd die wordt besteed aan werkzaamheden die worden verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming (HR 14 maart 2003, nr. 37975, BNB 2003/201). Hierbij dient als leidraad te worden genomen dat de wijze waarop een onderneming wordt gedreven, in beginsel wordt bepaald door de ondernemer, dat het te zijner beoordeling staat of bepaalde werkzaamheden voor de onderneming nut hebben, en dat het niet gaat om werkzaamheden die bedoeld zijn om in particuliere behoeften te voorzien (vgl. HR 18 maart 1998, nr. 33178, BNB 1998/159, inzake ondernemerskosten). Als werkzaamheden die bedoeld zijn om in particuliere behoeften te voorzien, gelden in dit verband ook werkzaamheden met het oog op de vervulling van een dienstbetrekking of het verrichten van werkzaamheden buiten dienstbetrekking. Werkzaamheden die worden verricht met het oog op het vervaardigen van een goed dat verplicht tot het ondernemingsvermogen moet worden gerekend of dat door de ondernemer binnen de grenzen der redelijkheid tot zijn ondernemingsvermogen wordt gerekend, gelden als werkzaamheden die worden verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming.
Niet duidelijk is of het Hof bij zijn oordeel dat slechts een fractie van de door belanghebbende opgegeven 706 uren voor het bouwen van de website aan werkzaamheden voor de onderneming kan worden toegerekend, is uitgegaan van de hiervoor weergegeven regels, aldus de Hoge Raad. De zaak is verwezen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2000
Instantie
HR
Datum instantie
30 maart 2007
Rolnummer
42.908
ECLI
ECLI:NL:HR:2007:BA1832
bwbr0011353&artikel=3.6&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina