Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteerde vanaf 11 april 2016 bedrijfsactiviteiten die onder meer bestonden uit het tegen betaling organiseren en aanbieden van voetbalstedentrips. In oktober 2018 heeft X zijn activiteiten gestaakt.

Op 24 oktober 2018 is X persoonlijk failliet verklaard. Het persoonlijk faillissement is op 17 december 2019 opgeheven.

Eind 2019 is X met nieuwe activiteiten gestart. De activiteiten betreffen netwerk- en incentive-reizen gericht op de zakelijke markt.

Tijdens een boekenonderzoek is bij derden navraag gedaan naar in de administratie van X aangetroffen facturen en creditfacturen. De derden hebben aan de Inspecteur verklaard niet bekend te zijn met de facturen.

De Inspecteur heeft naar aanleiding van het boekenonderzoek geconcludeerd dat de activiteiten van X voor zowel het jaar 2018 als het jaar 2019 geen bron van inkomen vormen, omdat niet aannemelijk is geworden dat sprake is van een objectieve voordeelsverwachting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X ten aanzien van beide verschillende activiteiten niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een objectieve voordeelsverwachting.

Het beroep inzake de aanslagen IB/PVV over de jaren 2018 en 2019 is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2018-2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
29 maart 2024
Rolnummer
22/3053; 22/3054; 22/3118
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2077
NLF-nummer
NLF 2024/0857
Aflevering
9 april 2024

Naar de bovenkant van de pagina