Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een BV heeft in november 2000 een in haar opdracht gebouwde onroerende zaak in gebruik genomen. Daarin zijn onder meer zes appartementen opgenomen, elk bestaande uit een woonkamer, één of twee slaapkamers, een badkamer met toilet en een keuken. De kamers zijn gestoffeerd en gemeubileerd, de keuken is volledig ingericht. De appartementen worden conform hun bestemming in gemeubileerde en gestoffeerde staat verhuurd aan bedrijven, die ze gebruiken voor het huisvesten van werknemers afkomstig uit het buitenland. De werknemers verblijven tijdelijk in Nederland en behouden hun werkelijke woonplaats elders. Er is in het gebouw geen receptie of gemeenschappelijke verblijfsruimte. De huurprijs omvat de kale huursom en een vergoeding voor meubilering en servicekosten. De kosten van nutsvoorzieningen, telefoon en eindschoonmaak worden separaat in rekening gebracht, terwijl het gebruikersdeel van de onroerendezaakbelasting voor rekening van de BV komt. De BV is alleen verantwoordelijk voor de eindschoonmaak, maar is niet belast met het dagelijkse schoonhouden van de woningen. De BV wenste de appartementen belast te verhuren en kreeg daarin gelijk van het Hof. Het oordeelde namelijk aan de hand van het arrest van het Hof van Justitie EG van 12 februari 1998, C-346,95 (Blasi) dat de verhuur van de gemeubileerde appartementen gelijk gesteld moet worden met het voor korte duur verstrekken van accommodatie in de sector van het hotelbedrijf. De Hoge Raad verwerpt het tegen deze uitspraak door de Staatssecretaris ingestelde cassatieberoep. Met name verwerpt de Hoge Raad het argument dat ook essentieel voor het hotelbedrijf is dat de kamers worden schoongemaaakt, het bed- en badlinnen wordt geregeld en een ontbijt wordt aangeboden. De Hoge Raad verwijst daarvoor naar de in artikel 13, B, letter b, punt 1 van de Zesde richtlijn ook tot het hotelbedrijf gerekende vakantiekampen en kampeerterreinen. Daar zijn de door de Staatssecretaris genoemde voorzieningen niet aanwezig. Voor de vergelijking met de hotelbranche is het gemeenschappelijke kenmerk dat het gaat om verblijfsruimten die zijn toegerust om daar kort te verblijven zonder dat de tijdelijke bewoner is belast met de zorg voor de inventaris. Conform A-G De Wit.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2000
Instantie
HR
Datum instantie
26 januari 2007
Rolnummer
41.917
ECLI
ECLI:NL:HR:2007:AW2214
ECLI:NL:PHR:2007:AW2214
bwbr0002629

Naar de bovenkant van de pagina