Direct naar content gaan

Samenvatting

X (nv) is een naar het recht van Curaçao opgerichte beleggingsvennootschap. De Inspecteur stelt dat er aanwijzingen zijn dat de werkelijke leiding van X in Nederland gelegen zou kunnen zijn, zodat X mogelijk belastingplichtig is in Nederland. Hij heeft daarom aan X informatiebeschikkingen gegeven.

Volgens Hof Den Bosch heeft de Inspecteur nog geen begin van bewijs geleverd dat de feitelijke leiding van X zich mogelijk in Nederland bevindt. Het Hof had echter onvoldoende inzicht gegeven in zijn gedachtegang. De zaak was daarom door de Hoge Raad (15/00040, ECLI:NL:HR:2015:3603) verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

Het (verwijzings)hof heeft geoordeeld dat de Inspecteur zich in redelijkheid op het standpunt kan stellen dat de door hem gevraagde bescheiden en/of andere gegevensdragers van belang kunnen zijn om opheldering te krijgen over de vraag of X in Nederland belastingplichtig is. Het heeft geoordeeld dat de informatiebeschikkingen moeten worden gehandhaafd, ook voor zover vragen zijn gesteld die niet zozeer betrekking hebben op de vestigingsplaats van X als wel op de door X overgelegde jaarstukken.

X klaagt in cassatie dat het Hof ten onrechte de beschikkingen ook in stand heeft gelaten voor zover zij betrekking hebben op de door X overgelegde jaarstukken, omdat de vragen daarover pas opportuun zijn als vaststaat dat de feitelijke leiding van X in Nederland is uitgeoefend. X heeft dit pas na de verwijzing door de Hoge Raad opgeworpen. Het Hof was gehouden na verwijzing het geding te beslissen binnen het door de verwijzingsopdracht gestelde kader en had deze klacht buiten behandeling moeten laten.

Tot cassatie kan dit echter niet leiden, omdat het gevolg van de verwerping door het Hof van de buiten het kader van de verwijzingsopdracht door X aangevoerde klacht niet verschilt van het gevolg dat het Hof had moeten verbinden aan het buiten behandeling laten van die klacht.

Het cassatieberoep wordt ook voor het overige ongegrond verklaard.

Terechte informatiebeschikking?

In deze zaak staat de vraag centraal of de Inspecteur terecht een informatiebeschikking heeft vastgesteld aan een naar het recht van Curaçao opgerichte beleggingsvennootschap. Reden hiervoor is dat de beleggingsvennootschap niet volledig voldaan heeft aan het verzoek van de Inspecteur om inzicht te geven in de volledige administratie over de jaren 1999 tot en met 2010. Daarnaast heeft zij geweigerd om vragen te beantwoorden naar aanleiding van de jaarrekeningen 2005 tot en met 2009, die wel aan de Inspecteur waren verstrekt.

Procesverloop

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2012
Instantie
HR
Datum instantie
14 juli 2017
Rolnummer
16/06027
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:1330
Auteur(s)
E.P. Hageman LLM
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2017/1762
Aflevering
27 juli 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB611
bwbr0002320&artikel=52a,bwbr0002320&artikel=52a

Naar de bovenkant van de pagina