Direct naar content gaan

Samenvatting

X stelt zich in deze proefprocedure op het standpunt dat de vermogensrendementsheffing op spaarsaldi op het niveau van de regelgeving voor het jaar 2014 naar haar aard in strijd is met artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM. Tussen partijen is uitdrukkelijk niet in geschil of sprake is van een schending van de fair balance op grond van een individuele, buitensporige last.

Rechtbank Noord-Nederland past in deze zaak het arrest toe van de Hoge Raad van 10 juni 2016 (14/05020, ECLI NL:HR:2016:1129). In dat arrest ging het om de vraag of het destijds door de wetgever veronderstelde rendement van 4% voor een lange reeks van jaren voor particulieren inmiddels ‘niet meer haalbaar is’. Volgens de Rechtbank kan die vraag pas worden beantwoord nadat een periode van ten minste tien aaneengesloten jaren is verstreken waarin het rendement op risico-arme beleggingen (zoals staatsobligaties van landen met een hoge kredietwaardigheid) telkens lager is geweest dan 4%. De Rechtbank komt tot de conclusie dat X niet heeft bewezen dat eind 2013 ten minste tien aaneengesloten jaren met een dergelijk onderrendement waren verstreken. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
19 januari 2017
Rolnummer
16/783
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2017:153
NLF-nummer
NLF 2017/0180
Aflevering
26 januari 2017
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr-eerste&artikel=1,bwbr-eerste&artikel=1,bwbr-eerste&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid