Direct naar content gaan

Samenvatting

Sinds januari 2017 is X (belanghebbende) als piloot in dienstbetrekking werkzaam bij KLM. X heeft geen aangiften IB/PVV gedaan over de jaren 2011 en 2012. In de aangifte IB/PVV 2013 heeft X € 127.720 als aftrekbare scholingsuitgaven in aanmerking genomen. Het gaat hierbij om uitgaven die hij heeft gedaan in de jaren 2011 t/m 2013. De Inspecteur heeft de aftrek geweigerd voor zover de uitgaven zijn gedaan in 2011 en 2012 (te weten € 117.500). De Inspecteur heeft daarnaast geweigerd over de jaren 2011 en 2012 alsnog beschikkingen persoonsgebonden aftrek (artikel 6.2a, lid 2, Wet IB 2001) vast te stellen in verband met de studiekosten over die jaren, omdat X daarom te laat heeft verzocht.

X heeft beroep ingesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Inspecteur het verzoek om afgifte van de artikel 6.2a-beschikking(en) over de jaren 2011 en 2012 terecht heeft afgewezen. Reden hiervoor is dat X de termijn voor het doen van aangifte(n) voor die jaren heeft laten verstrijken. De Inspecteur had het verzoek niet-ontvankelijk moeten verklaren zoals ook in de uitspraak op bezwaar is aangegeven.

De Rechtbank verwerpt verder het betoog dat de gelijktijdig met de aanslag IB/PVV 2013 afgegeven artikel 6.2a-beschikking over 2013, ook bij het ontbreken van voornoemde beschikking(en) over de jaren 2011 en 2012, alsnog moet worden verhoogd met € 117.500. Partijen zijn het er immers over eens dat de kosten van de basisopleiding niet aan het jaar 2013 kunnen worden toegerekend.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
10 juni 2021
Rolnummer
20/4965
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2021:2896
NLF-nummer
NLF 2021/1286
Aflevering
24 juni 2021
bwbr0011353&artikel=6.1&lid=1,bwbr0011353&artikel=6.1&lid=1,bwbr0011353&artikel=6.2&lid=2,bwbr0011353&artikel=6.2&lid=2,bwbr0011353&artikel=6.2a&lid=2,bwbr0011353&artikel=6.2a&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina