Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

Dus het forfait ligt zwaar op de Haagse politieke maag, en de oplossing is dan de verhoging van het forfait? Als ik een stapel boeken til, heb ik inderdaad ook altijd de neiging om er een boek bovenop te leggen om het lichter te maken. De beleidsmatige tunnelvisie voor het belasten van werkelijk rendement gaat gepaard met voortdurende beschimping van een vermogensbelasting, of een variant daarop. 

Al meer dan tweehonderd jaar hebben we in Nederland in verschillende benamingen een vermogensbelasting. Nu heet het ding box 3. Het belasten van vermogen als zodanig mag volgens de politieke knoppendraaiers echter niet de pleister zijn op de (budgettaire) wond die maar blijft etteren. Decennialang heeft er een anticumulatieregeling bestaan als noodzakelijk ventiel op de vermogensbelasting, maar ambtenaren hebben opeens tijd nodig voor onderzoek naar de vormgeving ervan. Is ‘knippen en plakken’ misschien een idee? 

Op het wetsvoorstel voor het belasten van werkelijk rendement is een teflon laag aangebracht. Onaantastbaar voor zware kritieken. Budgettair probleem in de tussentijd? We maken er een technische invulling van met een hoger forfait, zodat het later nog kan worden gewijzigd in iets anders. Dit modetrekje van politieke lafaards kennen we van het net ingevoerde algemene btw-tarief op sport, cultuur en media. We treffen een maatregel, maar eigenlijk ook niet helemaal. Dat halve gedoe is voor iedereen gekmakend. 

Het forfait op overig vermogen in box 3 gaat om budgettaire redenen omhoog van 5,88% naar 7,66%, terwijl er met deze 30% stijging niet eens een poging is gedaan een macroblik op de rendementsontwikkeling te werpen. Het boeit de ‘rendementspredikanten’ nu niet (straks pas weer). De klandizie voor de tegenbewijsregeling kan zich opmaken voor een lange wachtrij. 

Een probleem oplossen met een probleem is een probleem. En helaas geen incident. Toeslagenouders werden op schaamteloze wijze van fraude beticht en de oplossing richting hen is nu een compensatieproces dat stoelt op belastingfraude. Zoiets verzin je niet. 

Als medewerkers die de compensatie afhandelen binnen de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) onmiskenbaar als werknemer zijn geëtiketteerd, kun je deze niet meer bleu buiten de loonheffing houden. Dan pleeg je opzettelijk een strafbaar feit. Over de inzet van veel zzp’ers zal vanwege de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 een discussie losbarsten: is dit nu wel of niet buiten dienstbetrekking? Oeverloze praatsessies liggen in het verschiet, waarbij ‘zachte landing’ door iedereen anders wordt uitgelegd.

Bij de UHT zit het totaal anders. Zodra je al bij voorbaat expliciet weet, vaststelt, registreert en benoemt dat er sprake is van een werknemer is er in 2025 eigenlijk geen uitweg meer. Dan kun je zelfs het opleggen van boetes tijdelijk staken, maar de zeer forse naheffingsaanslagen die moeten volgen (in beginsel een eindheffing die is gebaseerd op het gebruteerde anoniementarief) doen het echte herstelwerk.

Belastingstaatssecretaris Van Oostenbruggen vindt ook dat naheffingsaanslagen een normerend en bestraffend effect in zich hebben. Ambtenaren waarschuwden hem dat zonder het opleggen van boetes ook het bewust niet naleven van de belastingwet onbestraft blijft. De bewindsman schrijft in de adviesnotitie in de kantlijn: ‘Mwah, onderschat een naheffingsaanslag niet, kan ook in de papieren lopen.’ 

Zaken met een hoge naheffingsaanslag worden in beginsel strafrechtelijk vervolgd. Bij UHT gaat het om miljoenenbedragen. Een boete – of het schrappen ervan – is in dat geval niet relevant. Wie de richtlijnstappen van aanmelding tot vervolging tot zich neemt, ziet bij het gerommel bij de UHT nogal wat criteria die strafrechtelijk optreden rechtvaardigen. Snoeiharde belastingfraude met de loonheffing hoort niet. Ook niet bij de UHT. Dit is voer voor het Openbaar Ministerie. De onlangs snel opgestapte toeslagenstaatssecretaris was tot haar aantreden in juli 2024 zelf officier van justitie. Toeval of niet?

De eerstvolgende column verschijnt op maandag 13 januari 2025.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Publicatiedatum
24 december 2024
NLF-nummer
NLF-P 2024/46
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid