Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Aan X is voor het jaar 1977 wegens het genot krachtens zakelijk recht van een als ‘bouwterrein’ omschreven onroerend goed een aanslag in de onroerendgoedbelasting van ƒ 80 opgelegd die vervolgens is verminderd tot nihil.
Vervolgens is aan X voor 1977 een tweede aanslag van ƒ 484 opgelegd. Beide aanslagen hebben betrekking op hetzelfde onroerend goed.
Hof Leeuwarden heeft deze tweede aanslag als een primitieve aanslag aangemerkt, maar krijgt hierin geen gelijk van de Hoge Raad.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente heeft immers door het opleggen van de eerste aanslag van hun aan de Verordening ontleende bevoegdheid tot heffing van belasting wegens genot krachtens zakelijk recht van het onderhavige onroerend goed gebruikgemaakt en die bevoegdheid is – behoudens de onder bepaalde voorwaarden geopende mogelijkheid tot navordering – daarmee uitgeput.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
1977
Instantie
HR
Datum instantie
17 december 1980
Rolnummer
20
ECLI
ECLI:NL:HR:1980:AW9828
bwbr0002320&artikel=11&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid