Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 1 maart 2023 is de eigendom van een perceel aan X (belanghebbende) geleverd door zijn ouders. Het perceel is door X verkregen voor een koopsom van € 390.400. Door de notaris is de aangifte overdrachtsbelasting ingediend, onder toepassing van het tarief van 10,4%. Op 13 maart 2023 is de aangegeven overdrachtsbelasting van € 40.601 afgedragen.

X heeft de intentie om op het perceel een woning te realiseren waarin hij zelf wil gaan wonen. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening en na afwijzing beroep ingesteld. X bepleit toepassing van het tarief van 2%, dat van toepassing is op de verkrijging van een woning.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond. Een perceel grond waarop een woning gebouwd zal worden kan, gelet op de wetsgeschiedenis en jurisprudentie, niet worden aangemerkt als een woning als bedoeld in artikel 14, lid 2, Wet BRV. Het beroep op de menselijke maat baat X niet.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
2023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
10 juli 2024
Rolnummer
23/3768
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:4776
NLF-nummer
NLF 2024/1819
Aflevering
6 augustus 2024
bwbr0002740&artikel=14&lid=2,bwbr0002740&artikel=14&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina