Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X ging in cassatie tegen een uitspraak van Hof Leeuwarden inzake zijn inkomstenbelastingaanslag over 1989. De kernvraag was de mogelijkheid van afschrijving op het erfpachtrecht van landbouwgrond dat X had verkocht, maar onder erfpacht bleef gebruiken. X claimde afschrijving van het erfpachtrecht, gebaseerd op het voorzichtigheidsbeginsel, zonder rekening te houden met een terugkooprecht. De Inspecteur stelde dat de waardeontwikkeling van landbouwgrond gelijk zou blijven en dat het opgeofferde bedrag geen afschrijving vereiste.
Het Hof oordeelde dat het erfpacht- en terugkooprecht gezamenlijke waarde hadden, wat afschrijving uitsloot. Ook benadrukte het Hof dat de waardeontwikkeling van beide rechten belangrijker was dan alleen de waardedaling van het erfpachtrecht, zoals X betoogde. Daarbij faalde X in het bewijzen van waardevermindering van de rechten.
De Hoge Raad vond dat X gedeeltelijk economisch eigenaar bleef, door het behoud van een terugkooprecht. Hoewel het Hof geen misvatting had in zijn interpretatie, achtte de Hoge Raad een alternatieve boekhoudkundige behandeling mogelijk: het erfpachtrecht als lening weergeven en jaarlijks de geïndexeerde waarde aanpassen, wat goed koopmansgebruik niet zou schenden. Daarom werd de zaak voor herziening naar het Hof verwezen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1989
Instantie
Hoge Raad
Datum instantie
10 april 1996
Rolnummer
30.637
ECLI
ECLI:NL:HR:1996:AA1866

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid