Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Belastingdienst/Toeslagen heeft vastgesteld dat X (belanghebbende) en zijn toeslagpartner in 2020 een hoger gezamenlijk inkomen hadden dan oorspronkelijk was aangegeven, wat leidde tot een herziening van het kindgebonden budget van € 1.363 naar slechts € 63. X moest hierdoor een bedrag van € 1.300, vermeerderd met rente, terugbetalen.

Rechtbank Limburg erkent dat de Belastingdienst mogelijk ten onrechte heeft afgezien van een hoorzitting met X, maar oordeelt dat dit gebrek geen verdere gevolgen heeft, omdat X in de beroepsprocedure alsnog zijn standpunt naar voren kon brengen.

Het belangrijkste geschilpunt betreft de hoogte van de terugvordering. Hoewel X slechts € 625 daadwerkelijk heeft ontvangen, is ook een deel van het kindgebonden budget verrekend met openstaande schulden bij de Belastingdienst.

De Rechtbank oordeelt dat deze verrekening wettelijk toegestaan is en dat X, ondanks dat hij niet het volledige bedrag heeft ontvangen, verplicht is om het volledige bedrag van de herziening terug te betalen. De Rechtbank bevestigt daarmee de rechtmatigheid van de terugvordering door de Belastingdienst.

Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Toeslagen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Rechtbank Limburg
Datum instantie
31 juli 2024
Rolnummer
23/422
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2024:5060
NLF-nummer
NLF 2024/1969
Aflevering
27 augustus 2024

Naar de bovenkant van de pagina