Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze zaak is een aan X (bv; belanghebbende) uitgereikte utb in geschil.

Hof Amsterdam oordeelt in de eerste plaats dat X terecht als aangever is aangemerkt van de in de utb begrepen goederen. Dit brengt met zich dat dient te worden beoordeeld of de door de Inspecteur voorgestane tariefindeling van camerasystemen juist is.

De Inspecteur heeft de camerasystemen ingedeeld onder goederencode 8528 5900 (tarief 14%) als ‘monitor’.

X verdedigt indeling onder goederencode 8525 8019 (tarief 4,1%) als ‘televisiecamera’.

In casu is sprake van een combinatie van een camera die beelden opneemt (maar niet opslaat) en een monitor die de door de camera opgenomen beelden (realtime) toont aan de gebruiker van het systeem.

Het Hof ziet niet in waarom voor de gebruikers van de systemen de camera, waarmee beelden worden opgenomen, belangrijker is dan de monitor, waarop de beelden van de camera zichtbaar zijn. In navolging van de Inspecteur en Rechtbank Noord-Holland is het Hof van oordeel dat de goederen dienen te worden ingedeeld met toepassing van indelingsregel 3c. Van de verschillende in aanmerking komende posten, dient de post te worden toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst. Indeling dient derhalve plaats te vinden in post 8528, onder goederencode 8528 5900 (tot 1 januari 2017: goederencode 8528 5970).

Het hoger beroep van X is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
4 maart 2016 t/m 27 juli 2018
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
23 mei 2024
Rolnummer
23/636
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:1709
NLF-nummer
NLF 2024/1546
Aflevering
25 juni 2024

Naar de bovenkant van de pagina