Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) was in 2019 gedetineerd te Spanje, welke detentie voortduurde tot 28 oktober 2022.

Aan X is over dat jaar ambtshalve een aanslag IB/PVV opgelegd. Daarbij is een verzuimboete van € 2.757 opgelegd omdat X de aangifte, ondanks te zijn herinnerd en aangemaand, niet heeft ingediend.

X stelt dat de verzuimboete ten onrechte is opgelegd. Zijn gemachtigde kon geen aangifte doen, omdat het tweetraps verificatie-sms’je vanuit DigiD naar een onbekend telefoonnummer werd verzonden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant overweegt dat X, ondanks zijn detentie, verantwoordelijk blijft voor het voldoen aan zijn fiscale verplichtingen. De aangifte had ook op een wijze ingediend kunnen worden zonder gebruikmaking van de DigiD van X, bijvoorbeeld op papier, zoals ook door de Inspecteur aan de gemachtigde is gecommuniceerd. Ook nadat X uit detentie is gekomen is geen aangifte ingediend, terwijl de aanslag op dat moment nog niet was opgelegd. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van avas.

Vast staat dat X in de jaren 2014-2018 viermaal géén aangifte heeft gedaan en eenmaal te laat. Dat betekent dat in deze procedure sprake is van een zesde verzuim. Dat is aan te merken als stelselmatig verzuim. Gelet op het stelselmatig verzuim acht de Rechtbank de boete van 50% van het wettelijk maximum passend en geboden.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
6 mei 2024
Rolnummer
23/2252
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2948
NLF-nummer
NLF 2024/1215
Aflevering
21 mei 2024
bwbr0002320&artikel=67a,bwbr0002320&artikel=67a

Naar de bovenkant van de pagina