Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is tot 5 januari 2019 werkzaam geweest als kaakchirurg. In zijn aangiften IB/PVV voor de jaren 2015, 2016, 2017 en 2018 heeft X onder meer aangegeven dat hij winst uit onderneming heeft genoten ter zake van zijn werkzaamheden als kaakchirurg.

Door een in 2020 aangevangen boekenonderzoek is de Inspecteur bekend geworden met een opgezette structuur met een stichting en bv’s. De Inspecteur heeft overboekingen naar bankrekeningen ten name van X door de bv’s en de stichting als inkomsten van X aangemerkt. Ook heeft hij overboekingen door de bv’s en stichting aan derden, waarvan hij het zakelijke karakter niet kon vaststellen, als inkomsten van X aangemerkt.

In geschil zijn in verband hiermee opgelegde (navorderings)aanslagen IB/PVV en boetes.

Rechtbank Noord-Nederland acht sprake van een nieuw feit om na te vorderen en laat de correcties met omkering en verzwaring van de bewijslast in stand. Op aanwijzing van de Inspecteur worden de belastbare inkomens uit werk en woning voor elk jaar nog wel verminderd met € 500 wegens aftrek van kosten.

De verzuimboete (jaar 2018) is passend en geboden en wordt alleen wegens undue delay verminderd.

De vergrijpboetes worden vernietigd omdat de Inspecteur niet overtuigend heeft aangetoond dat het aan opzet van X te wijten is dat de geldstromen niet als inkomen zijn aangegeven. Volgens de Rechtbank bestaat de mogelijkheid dat (een deel van) de geldstromen vanuit de stichting en/of de bv’s geen betrekking hadden op inkomensbestanddelen, maar op onderlinge schuldverhoudingen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2015-2018
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
11 april 2024
Rolnummer
23/38; 23/39; 23/40; 23/41
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2024:1283
NLF-nummer
NLF 2024/1206
Aflevering
21 mei 2024
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina