Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft op 23 mei 2018 een perceel gekocht van de gemeente. Op het perceel bevonden zich, naast twee boerderijen, een schuur, parkeerterrein en stroken met gras of bestrating. Het parkeerterrein was voorzien van klinkerbestrating.

Volgens een ontwikkelingsplan worden onder meer zes geschakelde woningen gerealiseerd die grotendeels op het (voormalige) parkeerterrein zijn gesitueerd. Het perceel is om die reden kadastraal gesplitst. De kavels voor de woningen zijn door X genummerd als kavel 6 tot en met 11. De kavels zijn geleverd aan particuliere kopers.

Volgens de Inspecteur kwalificeren de kavels 6 tot en met 11 als ‘onbebouwde grond’ die kennelijk is bestemd om te worden bebouwd. De levering van die percelen door X aan de afnemers is als bouwterrein belast met omzetbelasting, aldus de Inspecteur.

Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat de klinkerbestrating als een bouwwerk kan worden aangemerkt en dat de leveringen van de kavels 6 tot en met 11 dus zijn vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep anders.

Door een geslaagd beroep op het Besluit onroerende zaken omzetbelasting kwalificeert alleen kavel 8 als de levering van bebouwde grond. De levering daarvan is daarom vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting. De overige kavels worden aangemerkt als bouwterrein (onbebouwde grond die is bestemd om te worden bebouwd) waarvan de levering belast is met omzetbelasting.

Het hoger beroep van de Inspecteur is in zoverre gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
tweede kwartaal 2020
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
2 juli 2024
Rolnummer
23/516
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:4430
NLF-nummer
NLF 2024/1679
Aflevering
16 juli 2024
bwbr0002629&artikel=11&lid=5,bwbr0002629&artikel=11&lid=5,bwbr0002629&artikel=11&lid=6,bwbr0002629&artikel=11&lid=6

Naar de bovenkant van de pagina