Antwoorden Kamervragen over belastingontwijking door bedrijven als Chemours

Samenvatting

De staatssecretaris heeft Kamervragen (21) beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding van een artikel in Follow the Money, met als titel ‘Vervuilende pfas-fabriek Chemours betaalde geen winstbelasting dankzij cynische constructie’.

Chemours betaalde tussen 2018 en 2022 vrijwel geen winstbelasting. Dat kon vanwege een bekende belastingconstructie met een dochterbedrijf in Zwitserland; door producten uit Dordrecht voor een lage prijs aan de Zwitserse dochter te verkopen drukte het bedrijf de winst in Nederland.

Dit artikel vormde ook aanleiding voor het stellen van mondelinge vragen aan de staatssecretaris tijdens het mondelinge vragenuur in de Tweede Kamer op 6 februari 2024. De staatssecretaris geeft aan dat hij de relevante informatie op 6 februari 2024 zo goed en volledig mogelijk met de Kamer heeft gedeeld met inachtneming van de fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 AWR. Meer informatie valt onder artikel 67 AWR en kan om die reden niet gedeeld worden.

Wel geeft hij aan dat vennootschappen die tot dezelfde groep behoren, onder fiscale regelgeving verplicht zijn hun onderlinge transacties vorm te geven met inachtneming van het at arm’s length-beginsel. Dit beginsel is vastgelegd in artikel 8b Wet VpB 1969. De OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen voor multinationale ondernemingen en belastingdiensten geven inzicht in de wijze waarop het arm’s length-beginsel in de praktijk dient te worden toegepast. In het Verrekenprijsbesluit wordt invulling gegeven aan de toepassing van het zogenoemde at arm’s length-beginsel ten behoeve van de Nederlandse rechtspraktijk. Vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 AWR, geeft de staatssecretaris aan dat hij niet in kan gaan op individuele fiscale dossiers.

Ook geeft de staatssecretaris aan dat voor de beprijzing van gelieerde transacties het arm’s length-beginsel een leidend principe is in het internationale fiscale recht.