Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

M.B., een voormalig lid van een bestuursorgaan van een vennootschap, heeft een verzoek ingediend bij het hoofd van een belastingkantoor (Polen) om te worden toegelaten in een belastingprocedure. Deze procedure strekt tot de verificatie van een btw-aangifte en toegang tot stukken in de procedure. Het verzoek werd afgewezen, omdat op grond van nationaal recht de btw-plichtige partij wel hoofdelijk aansprakelijk is voor de belastingverplichtingen, maar niet de hoedanigheid van partij heeft in de procedure. M.B. heeft tegen het besluit beroep ingesteld.

De verwijzende rechter stelt dat M.B. het recht is ontzegd om actief deel te nemen aan een belastingprocedure waarin een btw-verplichting zal worden vastgesteld voor de (btw-plichtige) vennootschap waarover zij hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld met haar persoonlijk vermogen. Volgens de verwijzende rechter is deze praktijk onder andere in strijd met het recht om haar rechten te verdedigen.

De rechter heeft in dit verband een prejudiciële vraag gesteld aan het HvJ.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
HvJ
Datum instantie
5 juni 2024
Rolnummer
C-277/24
NLF-nummer
NLF 2024/1483
Aflevering
25 juni 2024
celex32006l0112&artikel=205,celex32006l0112&artikel=205,celex32006l0112&artikel=273,celex32006l0112&artikel=273

Naar de bovenkant van de pagina