Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een onroerende zaak is in gebruik als hospice, waar gelijktijdig ten hoogste zeven personen kunnen verblijven die verwachten binnen korte tijd te overlijden.

In de WOZ-beschikking voor het jaar 2022 is de onroerende zaak aangemerkt als ‘niet-woning’.

In dit verband is in geschil of de onroerende zaak in hoofdzaak tot woning dient als bedoeld in artikel 220a, lid 2, Gemw.

Stichting X (belanghebbende) heeft aangevoerd dat mensen die in het hospice verblijven, beschikken over een eigen gemeubileerde (slaap)kamer met sanitaire voorzieningen en dat zij, mede gelet op de gezamenlijke woonkamer, keuken en bijkeuken, in het hospice hun dagbesteding hebben alsook kunnen koken en eten. Rechtbank Den Haag leidt hieruit af dat voormelde delen van de onroerende zaak in beginsel geschikt zijn voor duurzame menselijke bewoning. Dat in het hospice ook zorg wordt verleend, doet op zichzelf aan die geschiktheid niet af.

De Heffingsambtenaar heeft niet aannemelijk gemaakt dat de woonfunctie niet overheersend is ten opzichte van andere functies. De woning moet worden aangemerkt als woning. De Rechtbank acht het niet mogelijk om wat betreft de waarde van de onroerende zaak op basis van het dossier zelf (adequaat) in de zaak te voorzien. De zaak wordt daarom teruggewezen naar de Heffingsambtenaar.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
6 maart 2024
Rolnummer
22/7576
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2024:3088
NLF-nummer
NLF 2024/1064
Aflevering
30 april 2024
bwbr0005416&artikel=220,bwbr0005416&artikel=220,bwbr0005416&artikel=220a,bwbr0005416&artikel=220a

Naar de bovenkant van de pagina