Direct naar content gaan

Samenvatting

X en Y waren de twee vennoten van een vof. Tot het ondernemingsvermogen van de vennoten behoorde een pand, waarin onder meer een chinees restaurant werd geëxploiteerd.
De onderneming is per 31 oktober 2009 gestaakt. Vanaf 1 november 2009 is het pand verhuurd en is het bestemd voor de opvang en huisvesting van personen. De huur bedraagt € 42.000 per kwartaal. 
In deze procedure is de waarde van het pand ten tijde van de overgang van ondernemingsvermogen naar privévermogen in geschil en de waarde van het pand in box 3.
Hof Amsterdam overweegt dat het pand op 31 oktober 2009 in onverhuurde staat dient te worden gewaardeerd. Op het tijdstip van de staking is het gebruik ten behoeve van de onderneming geëindigd en konden X en Y over het pand in ontruimde staat beschikken. De overeengekomen huur is, gelet op de voorwaarden, niet (zonder meer) representatief te achten voor de markt bij de waardering van het pand. Het Hof acht aannemelijk dat de onder normale condities voor gebruik als bedrijfspand bedongen huur aanzienlijk lager zou hebben gelegen dan de overeengekomen huur.
Zowel de Inspecteur als X en Y maken de door hen voorgestane waarde niet aannemelijk. Het Hof stelt de waarde zowel op de stakingsdatum als op 31 december 2009 in goede justitie vast op € 700.000.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2009
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
31 mei 2016
Rolnummer
15/00569 en 15/00570
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2016:2763
bwbr0011353&artikel=5.19&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina