Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze BPM-zaak beoordeelt Rechtbank Gelderland of X (belanghebbende) te veel BPM heeft voldaan voor de inschrijvingen van vier uit het buitenland afkomstige auto’s in het kentekenregister. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van X. Meer specifiek is in geschil of het op 1 januari 2022 gewijzigde artikel 8, lid 3, Uitv.reg. BPM (geen inschrijving in het kentekenregister voor auto’s met essentiële gebreken) in strijd is met het Unierecht. Verder was in eerste instantie voor twee auto’s de CO2-uitstoot in geschil. Daarnaast stelt X dat zij ten onrechte vier maal griffierecht heeft moeten voldoen. De CO2-uitstoot is na de inhoudelijke behandeling ter zitting niet langer in geschil, onder de voorwaarde dat de stellingen van de Inspecteur feitelijk juist zijn.

De Rechtbank oordeelt dat het op 1 januari 2022 gewijzigde artikel 8, lid 3, Uitv.reg. BPM, niet strijdig is met het Unierecht. Wel is de Rechtbank van oordeel dat X in dit geval slechts éénmaal griffierecht verschuldigd is. Verder is de redelijke termijn overschreden.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
6 juni 2024
Rolnummer
23/184; 23/186; 23/187; 23/188
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2024:3476
NLF-nummer
NLF 2024/1454
Aflevering
18 juni 2024
bwbr0005813&artikel=8,bwbr0005813&artikel=8,bwbv0001506&artikel=110,bwbv0001506&artikel=110

Naar de bovenkant van de pagina