Direct naar content gaan

Samenvatting

X woont in Nederland en is manager. X houdt aandelen in een in Luxemburg gevestigde Sarl. De aandelen in de Sarl vormen voor hem een aanmerkelijk belang. De Sarl houdt een belang in een in Luxemburg gevestigde SCSp, een buitenlands rechtsfiguur vergelijkbaar met een open cv. De SCSp fungeert als een private-equityfonds en houdt verschillende aandelenbelangen in targetvennootschappen. Het aandelenbelang in de SCSp vormt voor X een middellijk gehouden lucratief belang in de zin van artikel 3.92b, lid 2, Wet IB 2001.

De SCSp maakt geen gebruik van de quasi-fusiefaciliteit als bedoeld in artikel XII Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (hierna: Wfkr).

Vraag

Heeft de vervreemdingsfictie van artikel IX, lid 2, Wfkr gevolgen voor houders van een middellijk gehouden lucratief belang in een open cv of een daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtsvorm?

Antwoord

Nee. De vervreemdingsfictie van artikel IX, lid 2, Wfkr heeft geen gevolgen voor houders van een middellijk gehouden lucratief belang in de vorm van een commanditaire participatie in die cv of een daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtsvorm.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
11 juli 2024
Rolnummer
KG:059:2024:3
NLF-nummer
NLF 2024/1669
Aflevering
16 juli 2024
bwbr0011353&artikel=3.92b,bwbr0011353&artikel=3.92b,bwbr0011353&artikel=3.95b,bwbr0011353&artikel=3.95b

Naar de bovenkant van de pagina