Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) houdt zich bezig met de aan- en verkoop van onroerende zaken.

De Inspecteur stelt naar aanleiding van een boekenonderzoek dat X voor de levering van zes percelen ten onrechte geen omzetbelasting heeft voldaan omdat sprake is van bouwterreinen (periode 2014-2016). Hij heeft een naheffingsaanslag van in totaal € 267.828 opgelegd en boetebeschikkingen. In de uitspraak worden de percelen aangeduid als adres 1, adres 3, adres 4 en nummer a, nummer b en nummer c (adres 5).

X stelt dat de Inspecteur ten onrechte is uitgegaan van met omzetbelasting belaste leveringen. Het geschil in beroep spitst zich toe op de vragen of sprake is van bebouwde grond, al dan niet gelet op het Don Bosco-arrest, of handelingen zijn verricht met het oog op de bebouwing van de grond, of de toepassing van de nationale wet tot een andere uitkomst zou leiden dan de toepassing van de Btw-richtlijn en de rechtspraak van het HvJ, en of X vertrouwen kan ontlenen aan het Vastgoedbesluit (19 september 2013, BLKB2013/1686M).

Rechtbank Gelderland komt tot het oordeel dat X terecht geen omzetbelasting heeft voldaan voor de levering van adres 1 en adres 4. Er is geen sprake van bouwterreinen. De naheffingsaanslag wordt in zoverre verminderd.

De leveringen van adres 3 en adres 5 (nummer a, b en c, met uitzondering van de levering van een mandelige weg) betreffen met omzetbelasting belaste leveringen. Ter zake van deze percelen is terecht OB nageheven.

Dit brengt met zich dat de door de verkrijgers betaalde overdrachtsbelasting achteraf gezien ten onrechte is betaald. Het wettelijk systeem voorziet er echter niet in dat de naheffingsaanslag OB bij degene die het goed heeft geleverd wordt verminderd met ten onrechte door de verkrijger betaalde overdrachtsbelasting. De Rechtbank komt daarom niet toe aan een nadere vermindering van de naheffingsaanslag op deze grond, zoals X bepleit. De naheffingsaanslag wordt verminderd tot € 156.517.

De Rechtbank gaat ten slotte in op de ten aanzien van adres 3 opgelegde vergrijpboete. Zij acht geen sprake van opzet maar wel van grove schuld. De boete van 25% is passend en geboden maar wordt met 20% verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2014-2016
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
1 december 2021
Rolnummer
19/4914
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:6405
NLF-nummer
NLF 2021/2431
Aflevering
23 december 2021
bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina