Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft aan X (belanghebbende) voor de jaren 2018, 2019 en 2020 navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd. Tevens heeft hij boetes opgelegd en belastingrente in rekening gebracht.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant zijn de navorderingsaanslagen juist vastgesteld. Voor de jaren 2019 en 2020 heeft de Inspecteur terecht de door X aangegeven winst uit onderneming gecorrigeerd, omdat hij aannemelijk heeft gemaakt dat de inkomsten in feite loon uit dienstbetrekking betroffen en niet winst uit onderneming. Tevens heeft de Inspecteur betalingen aan familieleden van X terecht aangemerkt als verkapte winstuitdelingen, waardoor het inkomen uit aanmerkelijk belang correct is vastgesteld.

De Rechtbank acht sprake van ernstige nalatigheid zodat de vergrijpboetes, ten aanzien van de ab-correcties, terecht zijn opgelegd. De boetes worden wel verminderd omdat de Inspecteur de boete voor 2019 onjuist heeft berekend en omdat de Rechtbank boetes van € 500 per jaar passend en geboden acht.

Omdat het beroep van X deels gegrond wordt verklaard, kent de Rechtbank hem een proceskostenvergoeding van € 1.124,25 toe.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2018-2020
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
7 augustus 2024
Rolnummer
23/3168; 23/3169; 23/3170
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:5458
NLF-nummer
NLF 2024/1945
Aflevering
27 augustus 2024
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=67e,bwbr0002320&artikel=67e,bwbr0011353&artikel=4.12,bwbr0011353&artikel=4.12

Naar de bovenkant van de pagina