Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) houdt zich bezig met de verkoop van magische truffels.

In geschil is of op de levering van magische truffels het verlaagde tarief als bedoeld in artikel 9, lid 2, onderdeel a, Wet OB 1968 van toepassing is, waarbij meer specifiek in geschil is of magische truffels voedingsmiddelen zijn als bedoeld in de tabelpost.

Hof Amsterdam bevestigt in hoger beroep het oordeel van Rechtbank Noord-Holland dat het verlaagde tarief niet van toepassing is.

De stelling van X dat de omzet behaald met de levering van magische truffels onder het verlaagde tarief van de tabelpost valt, kan, gelet op het arrest van het HvJ van 1 oktober 2020 (C-331/19, ECLI:EU:C:2020:786, NLF 2020/2314, met noot van Blokland), niet worden gevolgd indien een magische truffel: (i) een product is dat geen of een volstrekt te verwaarlozen hoeveelheid voedingsstoffen bevat, én (ii) waarvan de consumptie uitsluitend andere effecten beoogt dan die welke noodzakelijk zijn voor de instandhouding, de werking en de ontwikkeling van het menselijk organisme.

De magische truffels dragen in casu niet wezenlijk bij aan de voedingsbehoefte en worden genuttigd met een ‘uitsluitend psychedelisch doel’. Nu aan beide voorwaarden wordt voldaan, kunnen de magische truffels niet worden aangemerkt als voedingsmiddelen die onder de tabelpost vallen.

Het Hof verwerpt alle stellingen en verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
vierde kwartaal 2019
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
26 september 2023
Rolnummer
22/00187
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2023:3125
NLF-nummer
NLF 2024/0043
Aflevering
2 januari 2024
bwbr0002629&artikel=9,bwbr0002629&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina