Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze zaak is een betaling van € 2.500 door een vennootschap aan een bestuurder in geschil.

De Inspecteur beschouwt dit bedrag als loon, terwijl X (belanghebbende) aanvoert dat het een lening betreft, opgenomen in een rekening-courantverhouding.

De Inspecteur baseert zijn standpunt op de omschrijvingen van de betaling in de bankadministratie en e-mails waarin de betaling wordt aangeduid als ‘extra salaris’ en ‘bonus/tantième’. Hoewel het bedrag in de jaarrekening van de betrokken vennootschap als rekening-courantvordering is verwerkt, meent de Inspecteur dat het uitbetaalde bedrag niet bedoeld was voor terugbetaling.

X betwist dit en stelt dat het geld voor persoonlijke redenen was geleend en in 2019 is terugbetaald. Zij wijst erop dat de kwalificaties in de bankadministratie onjuist zijn en verwijst naar notulen van vergaderingen ter ondersteuning van haar standpunt.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt met Rechtbank Gelderland dat de betaling een voordeel vormt voor belanghebbende in de hoedanigheid van werknemer, op basis van de e-mails en de omschrijvingen van de betaling. De verwerking in de jaarrekening als rekening-courantvordering en de notulen van vergaderingen wegen niet zwaar genoeg om tot een ander oordeel te komen. Het Hof acht aannemelijk dat de kwalificatie van de betaling als ‘extra salaris’ en ‘bonus/tantième’ ook op deze betaling van toepassing is en gebaseerd is op overleg tussen de betrokken partijen. Hierdoor blijft het oordeel dat de betaling loon vormt, gehandhaafd. De naheffingsaanslag IB/PVV 2017 is terecht opgelegd.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
28 mei 2024
Rolnummer
23/1334
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:3658
NLF-nummer
NLF 2024/1421
Aflevering
18 juni 2024
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina