Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

Bedrijfswinsten direct op het bord van de directeur-grootaandeelhouder kieperen, vind ik best een interessant idee. Zo kun je het (gebruikelijk) loon van de directeur-grootaandeelhouder meer, of zelfs volledig, afhankelijk maken van de winst in de onderliggende vennootschap en de eventueel daaraan gelieerde bedrijven. Een andere mogelijkheid is in box 2 veronderstellen dat alle bedrijfswinst direct als een dividenduitkering de directeur-grootaandeelhouder toekomt, waarbij je een soort step-up krijgt voor daadwerkelijke dividenden.

Om dit te realiseren is een serieuze wijziging van het belastingstelsel nodig, die ook nog eens tamelijk complex is. Het is bovenal een totaal andere benadering dan de huidige systematiek. In wezen bestaat het bedrijf vanuit het perspectief van de inkomstenbelasting niet meer als zelfstandige entiteit. Het kan, maar waarom zou je dit alleen voor de dga doen?

Je kunt op dezelfde leest veronderstellen dat pensioenfondsen onzichtbaar zijn, waardoor het toekomstige recht op pensioenuitkeringen – dus inclusief rendementen – rechtstreeks en direct wordt toegerekend aan de rechthebbenden. Mij lijkt het ook wel een idee om erfenissen, en laten we dan in elk geval beginnen bij de contante waarde van legitieme porties, alvast bij de kinderen in hun belastingaangifte mee te nemen. Het zijn leuke tekentafelideetjes. Met de vigerende juridische en fiscale constellatie heeft het weinig van doen.

Het Centraal Planbureau (CPB) maalt niet om de werkelijkheid. Op verzoek van de ministeries van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben de rekenmeesters een studie gedaan naar de belastingdruk van verschillende inkomens. Afgelopen week werd de uitkomst rond getoeterd. In het onderzoek hanteert het CPB doodleuk een eigen fictief inkomensbegrip, waarbij bedrijfswinsten direct worden toegerekend aan de dga. Let wel, aan andere inkomensgroepen worden geen fictieve inkomensbestanddelen toegerekend. Conclusie: de rijken betalen minder belasting.

Tsja, zo kan ik het ook. Het doel van deze studie is winstuitstel (en -afstel) van de dga in een kwaad daglicht stellen. Jammer dat een onderzoeksinstituut zich leent voor dit politieke frame. 

De voorgestelde beleidsaanbevelingen klinken in het huidige belastingpolitieke debat bekend: het lenen van de eigen bv verder beperken, het Borretje aan banden leggen en daarnaast het schrappen van het lagere opstaptarief in de vennootschapsbelasting. De rekenmeesters kiezen ervoor om te gemakzuchtig passages uit sommige verkiezingsprogramma’s op te lepelen. 

Op zich zijn het geen vreemde aanbevelingen. Echter, de aanbevelingen brengen het direct toerekenen van bedrijfswinsten aan de dga nauwelijks dichterbij. Kennelijk ontbeert het aan creativiteit om aanbevelingen te doen die wel passen bij het verrichte onderzoek. 

Nog zoiets. Het CPB heeft een historisch onderzoek gedaan naar de jaren 2011-2019. Logisch natuurlijk, want er moeten wel data beschikbaar zijn. Sinds die periode is het lenen van de eigen bv al beperkt, is het Borretje al geknipt en zijn de tarieven van de vennootschapsbelasting alweer verhoogd. Het nieuwe progressieve tarief in box 2 en de doorwerking van box 2-inkomen naar de inkomensafhankelijke heffingskortingen zijn daarbij ook noemenswaardig. 

Oftewel, in 2024 is het fiscale speelterrein fors anders dan in de onderzochte periode 2011-2019. Dit relativeert de uitkomsten van het onderzoek, om over de hiervoor besproken aanbevelingen nog maar te zwijgen. Onderzoekers hadden dit veranderende speelveld wel wat uitgebreider mogen belichten. De paar obligate zinnetjes hierover fungeren enkel als schaamlap om het frame van het eigen onderzoek legitiem door te drukken. Het bijbehorende persbericht zegt meer over de positie van het CPB dan over het onderzoek.

Dat drie van de vier formerende partijen hun verkiezingsprogramma’s niet hebben laten doorrekenen door het CPB mag het instituut zichzelf aanrekenen. Vooringenomenheid en focus op een modelmatige werkelijkheid zijn twee kritiekpunten die al langer doorklinken. Met het onderzoek naar de belastingdruk van rijken heeft het CPB dat tij in elk geval niet gekeerd.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Publicatiedatum
28 mei 2024
NLF-nummer
NLF-P 2024/20
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist

Naar de bovenkant van de pagina