Direct naar content gaan

Samenvatting

A is dga van X (bv; belanghebbende). Hij heeft in 2001 zijn onderneming in de vorm van een eenmanszaak ingebracht in X. De activiteiten van X bestaan uit het begeleiden van accountants en belastingadviseurs bij de koop, verkoop en fusies van kantoren.

Na een boekenonderzoek heeft de Inspecteur aan X naheffingsaanslagen omzetbelasting en (navorderings)aanslagen vpb opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt in deze procedure dat geen sprake is van schending van het hoorrecht dan wel het zorgvuldigheidsbeginsel en dat de naheffingsaanslagen OB terecht en tot juiste bedragen zijn opgelegd. Verder is de Rechtbank van oordeel dat voor de vpb niet de vereiste aangiften zijn gedaan zodat de bewijslast dient te worden omgekeerd en verzwaard. X heeft niet doen blijken dat de (navorderings)aanslagen, na de uitspraak op bezwaar, te hoog zijn vastgesteld. Wel heeft X recht op een kostenvergoeding voor de bezwaarfase voor de jaren 2013 en 2014 zodat de beroepen in zoverre gegrond zijn. De boetes zijn passend en geboden maar worden wel wegens undue delay verminderd.

Ten slotte oordeelt de Rechtbank dat X geen recht heeft op een schadevergoeding of vergoeding van de werkelijke proceskosten.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2012-2016
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
30 mei 2024
Rolnummer
20/4805; 20/4807; 20/6098; 20/6099; 20/6100; 21/1712
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:3603
NLF-nummer
NLF 2024/1439
Aflevering
18 juni 2024
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina