Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) vormt een fiscale eenheid met A (bv). A drijft een onderneming in de vorm van een pelsdierenfokkerij. De pelsen van voornamelijk nertsen worden onder meer verkocht via de North American Fur Auction (NAFA). De opbrengsten van pelsen die op het accountnummer van A bij de NAFA werden bijgeschreven, zijn vervolgens overgeboekt naar een Luxemburgse bankrekening op naam van de directeur-grootaandeelhouder van X.

In geschil zijn aan X opgelegde navorderingsaanslagen vpb 2006, 2008, 2009 en 2012 en vergrijpboetes in verband met de in Canada behaalde veilingopbrengsten.

X stelt dat haar opbrengsten behaald op de veilingen via NAFA vrij moeten worden gesteld van de Nederlandse belastingheffing. Zij maakt haar stelling dat die opbrengsten in Canada zijn behaald met behulp van een vaste vertegenwoordiger echter niet aannemelijk.

De opbrengsten zijn in Nederland bij X belast. Op deze opbrengsten is voorts de verlengde navorderingstermijn van artikel 16, lid 4, AWR van toepassing.

X bestrijdt alleen de hoogte van de navorderingsaanslag over 2006. Zoals de Inspecteur zelf thans ook bepleit was de initiële correctie van € 150.000 te hoog en moet deze worden beperkt tot een correctie van € 50.000. Ten aanzien van de overige navorderingsaanslagen verklaart Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep ongegrond.

De vergrijpboetes zijn passend en geboden en worden alleen wegens undue delay verminderd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2006, 2008, 2009, 2012
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
25 april 2024
Rolnummer
21/4467; 21/5857; 21/5858; 21/5859
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2722
NLF-nummer
NLF 2024/1208
Aflevering
21 mei 2024
bwbr0002320&artikel=16&lid=4,bwbr0002320&artikel=16&lid=4,bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina