Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft op aangifte BPM voldaan voor een gebruikte BMW. De auto is in Duitsland geproduceerd voor de Canadese markt, daarna naar Canada verscheept, aldaar voor het eerst in gebruik genomen, en na enige tijd als gebruikte auto naar Nederland overgebracht en geregistreerd. Voorafgaand aan deze registratie is de auto in Duitsland geregistreerd. In deze procedure is de vraag gerezen of deze auto een ‘product van de overige lidstaten’ is als bedoeld in artikel 110 VWEU.

Hof Amsterdam heeft die vraag ontkennend beantwoord. Het Hof acht daarbij doorslaggevend waar de auto is gekocht.

X betoogt in cassatie dat voldoende is dat de auto zich feitelijk in Duitsland bevond en aldaar is geregistreerd.

Volgens A-G Ettema slaagt dit betoog niet. Het Hof heeft de juiste maatstaf aangelegd. Het cassatieberoep van X is daarom volgens de A-G ongegrond.

Het incidentele cassatieberoep van de staatssecretaris behoeft dan geen behandeling.

Het incidentele cassatieberoep is gericht tegen het oordeel van het Hof dat X in beginsel aanspraak kan maken op de zogenoemde ‘bijstelling marktsituatie’ en ‘bijstelling dealersituatie’ in de koerslijst EurotaxGlass’s. Het Hof heeft de bijstellingen (veronderstellenderwijs) van toepassing geacht, zonder nader bewijs te verlangen van X. Nu de taxatiemethode van toepassing is, getuigt dit oordeel volgens de A-G van een onjuiste rechtsopvatting, dan wel is het onvoldoende gemotiveerd.

Mocht het principale beroep gegrond worden verklaard, dan geeft de A-G de Hoge Raad in overweging het incidentele beroep gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2019
Instantie
A-G
Datum instantie
26 april 2024
Rolnummer
22/04093
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:474
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2024/1185
Aflevering
21 mei 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6406
bwbv0001506&artikel=110,bwbv0001506&artikel=110

Naar de bovenkant van de pagina