Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een vader heeft in 1999 een lening verstrekt aan zijn dochter, een beginnende ondernemer in de zin van artikel 5.17 Wet IB 2001. Hij heeft de inspecteur in 2002 verzocht de lening te registreren maar dit verzoek is afgewezen omdat het te laat is gedaan en de onderneming inmiddels al is gestaakt. Hoewel geen beschikking in de zin artikel 6.8, derde lid van de Wet is afgegeven heeft de inspecteur bij de aanslagregeling over 2001 het opgevoerde verlies op beleggingen in durfkapitaal ad fl. 100.000 gedeeltelijk in aftrek toegelaten en voor het resterende gedeelte ad fl. 50.263 een zogeheten primaire beschikking van artikel 6.2a van de wet afgegeven. Deze primaire beschikking 6.2a is op één aanslagbiljet verenigd met de aanslag 2001. De inspecteur heeft de voor het jaar 2001 toegepaste aftrek van het verlies op beleggingen in durfkapitaal in april 2004 alsnog teruggenomen door een navorderingsaanslag. Hij heeft echter nagelaten de primaire beschikking 6.2a te herzien. Wanneer de vader in de aangifte over 2002 het resterende gedeelte van het verlies in aftrek brengt accepteert de inspecteur dit niet. De rechtbank staat deze correctie echter niet toe. Zij acht het niet mogelijk om een primaire beschikking 6.2a te herzien door middel van het terugnemen van de beschikking in de aanslag voor een volgend jaar zoals de inspecteur in het onderhavige geval heeft gedaan.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2002
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
23 december 2005
Rolnummer
AWB05/3234
ECLI
ECLI:NL:RBSGR:2005:AV1941

Naar de bovenkant van de pagina