Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft in 2021 gebruikgemaakt van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL). Met het besluit van 2 december 2021 heeft de minister de subsidie voor het eerste kwartaal (Q1) van 2021 vastgesteld op € 0 en het betaalde voorschot van € 2.192,50 teruggevorderd.

Tegen dit besluit heeft X beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), maar het beroep wordt ongegrond verklaard.

Bij het berekenen van de btw die de onderneming moet afdragen aan de Belastingdienst is zij gehouden het factuurstelsel toe te passen. De datum van de factuur bepaalt in welk tijdvak de onderneming de btw moet afdragen. De datum waarop een dienst wordt geleverd en de duur van de verwerking van de inkooporder zijn niet relevant. Dat is niet anders als de dienst achteraf is gefactureerd. Ook in die situatie – hoewel het CBb begrijpt dat de onderneming als zij dit had geweten de factuur op 31 december 2020 had gesteld – moet de btw worden afgedragen in het tijdvak van de factuurdatum (vgl. CBb 18 juli 2023, 22/695, ECLI:NL:CBB:2023:380). Niet in geschil is dat als wordt uitgegaan van de gegevens uit de aangifte omzetbelasting de onderneming geen omzetverlies heeft gehad.

De minister heeft gelet op het voorgaande terecht geconcludeerd dat niet is voldaan aan het vereiste dat sprake moet zijn van ten minste 30% omzetverlies. Uit artikel 2.2.10, lid 5, TVL volgt dat de subsidie in ieder geval op nihil wordt vastgesteld (nihilstelling), als het omzetverlies minder dan 30% bedraagt. De minister mocht daarom gebruikmaken van zijn bevoegdheid om de subsidie te verlagen (artikel 4:46, lid 2, aanhef en onderdeel b, Awb). Het CBb ziet in wat X heeft aangevoerd geen grond voor het oordeel dat de minister daarvan in dit geval had moeten afzien.

Tot slot ziet het CBb geen aanleiding om in te gaan op het verzoek van X om de op grond van de TVL ontvangen subsidie voor Q4 van 2020 te corrigeren. Deze procedure gaat alleen over de subsidievaststelling voor Q1 van 2021.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
1e kwartaal 2021
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum instantie
12 maart 2024
Rolnummer
22/1980
ECLI
ECLI:NL:CBB:2024:165
NLF-nummer
NLF 2024/0727
Aflevering
19 maart 2024

Naar de bovenkant van de pagina