Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Aan X (belanghebbende), 79 jaar, is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd omdat tijdens een controle op 20 september 2022 om 12.07.34 uur is geconstateerd dat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan.

X heeft verklaard dat het aanmelden via de parkeerapp aanvankelijk niet lukte. Hij is naar het kantoor van zijn advocaat gelopen alwaar het aanmelden enige minuten later – om 12.09 uur – wel lukte.

Rechtbank Rotterdam heeft de naheffingsaanslag vernietigd. Dat acht Hof Den Haag terecht.

De Rechtbank heeft, anders dan de Heffingsambtenaar stelt, terecht tot uitgangspunt genomen dat niet vereist is dat gedurende de betalingshandeling de parkeerder zich steeds zichtbaar bij de auto moet opstellen. Het Hof is van oordeel dat X vanaf de aanvang van het parkeren onverwijld en ononderbroken handelingen heeft verricht gericht op het betalen van de verschuldigde parkeerbelasting. De omstandigheid dat X naar het kantoor van zijn advocaat is gelopen, dat ongeveer zeventig meter van de parkeerplaats was gelegen, maakt voormeld oordeel niet anders, aangezien hij dat deed met het primaire oogmerk om aldaar de parkeerapp in werking te stellen.

Het hoger beroep van de Heffingsambtenaar is ongegrond. Hij wordt veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep van X tot een bedrag van € 437,50.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
28 mei 2024
Rolnummer
23/882
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:834
NLF-nummer
NLF 2024/1457
Aflevering
18 juni 2024
bwbr0005416&artikel=234,bwbr0005416&artikel=234

Naar de bovenkant van de pagina