Direct naar content gaan

Samenvatting

De Pool J.S. runt een landbouwbedrijf en is sinds 2013 geregistreerd als btw-plichtige. Hij kocht in 2003 en 2015 percelen grond voor bedrijfsuitbreiding, zonder btw te betalen of btw-aftrek. In 2017 werd een deel van zijn grond onteigend voor wegenbouw door de overheid, waarbij hij compensatie kreeg. De Poolse belastingdienst heeft zich op het standpunt gesteld dat J.S. btw moest betalen over deze vergoeding omdat de grond als bedrijfsmiddel werd gezien.

J.S. betwist dit, en kreeg gelijk van de bestuursrechter, omdat hij geen stappen had ondernomen om de grond te verkopen; de onteigening was buiten zijn wil om.

De Poolse belastingdienst ging in beroep bij de Wojewódzki Sąd Administracyjny w Warszawie (bestuursrechter in eerste aanleg Warschau, Polen) en betoogde dat de onteigening verband hield met de economische activiteit van J.S., waardoor het als een btw-plichtige levering moest worden gezien, maar kreeg geen gelijk. Volgens deze rechter hield de onteigening geen verband met de landbouwactiviteiten van J.S. en handelde hij bijgevolg niet als btw-plichtige bij de overdracht van de betrokken percelen aan de schatkist.

De hoogste bestuursrechter (de Naczelny Sąd Administracyjny) heeft aan het HvJ gevraagd of de onteigening voor wegenbouw gezien moet worden als een levering van goederen door een btw-plichtige landbouwer. Deze rechter benadrukt hierbij dat J.S. de grond altijd voor zijn landbouwbedrijf gebruikte en geen stappen ondernam om de grond te verkopen. Ook was bij de aankoop geen btw betaald, dus er was geen btw-aftrek. Met andere woorden: moet J.S. btw betalen over de onteigeningsvergoeding gezien het gebruik van de grond in zijn landbouwactiviteiten?

Het HvJ verklaart het volgende voor recht:

Artikel 2, lid 1, onderdeel a, en artikel 14, lid 2, onderdeel a, Btw-richtlijn, gelezen in onderlinge samenhang, moeten aldus worden uitgelegd dat een handeling waarbij de eigendom van percelen landbouwgrond door middel van onteigening wordt overgedragen tegen betaling van een vergoeding aan de eigenaar van deze percelen, aan btw moet worden onderworpen wanneer deze eigenaar een in die hoedanigheid handelende btw-plichtige landbouwer is, ook al oefent hij geen enkele activiteit van grondverkoop uit en heeft hij geen stappen ondernomen met het oog op een dergelijke overdracht.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2017
Instantie
HvJ
Datum instantie
11 juli 2024
Rolnummer
C-182/23
ECLI
ECLI:EU:C:2024:604
Auteur(s)
mr. drs. J. Gruson
Deloitte / Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2024/1751
Aflevering
30 juli 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6509
celex32006l0112&artikel=14,celex32006l0112&artikel=14,celex32006l0112&artikel=2,celex32006l0112&artikel=2

Naar de bovenkant van de pagina