Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(1)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

W (naamloze vennootschap, Duitsland) houdt zich bezig met de handel in effecten. Haar boekjaar eindigt op 30 juni.

W heeft in augustus 2004 een bijkantoor in het Verenigd Koninkrijk (VK) geopend. Aangezien het bijkantoor geen winst had gemaakt, heeft W in februari 2007 besloten het kantoor te sluiten.

Wegens de sluiting konden de verliezen die het bijkantoor in de belastingjaren 2005, 2006 en 2007 had geleden, in het VK niet meer voor fiscale doeleinden worden overgedragen naar volgende boekjaren. De belastingdienst van het VK heeft W derhalve meegedeeld dat het met ingang van het boekjaar 2007/2008 en daarna niet langer nodig was om voor haar bijkantoor een belastingaangifte in te dienen.

W meent dat de door het bijkantoor geleden verliezen ‘vanwege het Unierecht’ bij de vaststelling van haar belastbaar inkomen in Duitsland voor het belastingjaar 2007 in aanmerking moeten worden genomen als definitieve verliezen, ook al zijn deze inkomsten krachtens het Verdrag Duitsland-VK vrijgesteld van belasting in Duitsland. De Duitse belastingdienst is het hiermee niet eens.

In het kader van een geding hierover heeft het Bundesfinanzhof aan het HvJ prejudiciële vragen gesteld.

Volgens A-G Collins vormt de belastingregeling zoals in het hoofdgeding aan de orde is, geen beperking van de vrijheid van vestiging. Artikel 43 jo. 48 EG (thans artikel 49 jo. 54 VWEU) staat niet in de weg aan een wettelijke regeling van een lidstaat die voorkomt dat een ingezeten vennootschap definitieve verliezen die zijn geleden door een in een andere lidstaat gevestigde vaste inrichting, in aftrek brengt op haar belastbare winst, wanneer in die wettelijke regeling winsten en verliezen worden vrijgesteld op grond van een bilateraal verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen de twee lidstaten.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2007
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
10 maart 2022
Rolnummer
C‑538/20
ECLI
ECLI:EU:C:2022:184
Auteur(s)
mr. dr. J.J.A.M. Korving
Deloitte / Maastricht University
NLF-nummer
NLF 2022/0622
Aflevering
31 maart 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB4913
bwbv0001506&artikel=49,bwbv0001506&artikel=54,bwbv0001506&artikel=49,bwbv0001506&artikel=54

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid